Upgrade naar de nieuwe Edge-browser of gebruik Chrome, Firefox of Safari om door te gaan. De ADI Global Distribution-site zal na 12 maart 2021 Internet Explorer niet meer ondersteunen. close button

Per jaar sterven er duizenden mensen aan de gevolgen van brand. 90% van alle branden ontstaan in gebouwen, waar wij een groot deel van onze tijd doorbrengen. De Construction Product Regulations (CPR) legt daarom onder andere het brandgedrag en functiebehoud van geïnstalleerde kabels vast, om in het geval van brand de veiligheid van bewoners, kantoorgebruikers en bezoekers te verhogen. Afhankelijk van de toepassing en locatie van de installatie binnen een gebouw zijn er daarom verschillende classificaties voor kabels van toepassing.

Wat zijn de geldende Construction Product Regulations (CPR) classificaties voor data kabels?

De Construction Product Regulation (CPR) gaat in eerste instantie niet alleen over kabels, maar over alle bouwmaterialen die in de structuur van een gebouw verwerkt zijn. Dit geldt dus ook voor kabels die bijvoorbeeld vast in de muur of onder de vloer gelegd worden. Sinds 1 juli 2017 mogen alleen nog maar CPR gecertificeerde kabels worden verkocht en geïnstalleerd. De CPR legt de minimale eisen vast, waaraan bouwmaterialen en dus ook kabels binnen een project moeten voldoen met betrekking tot brandgedrag en functiebehoud. Hiervoor zijn er verschillende klasses, de zogenaamde Euroclasses. Afhankelijk van de toepassing van een kabel kunnen er verschillende Euroclasses vereist zijn. In alle gevallen heeft een kabel een CE-markering en een Declaration of Performance (DoP) nodig.

Voor de CPR certificering moet een kabel door een onafhankelijke instantie op verschillende eigenschappen zijn getest. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de weerstand tegen verspreiding van brand, rookproductie, rookzuurgraad en het ontstaan van ontvlambare druppels bij grote hitte. Daarnaast speelt het functiebehoud bij brand een belangrijke rol. Op basis van de test worden kabels ingedeeld in zes verschillende Euroclasses. Kabels die niet worden getest, vallen automatisch in de zevende Euroclass (Fca).

De CPR en de daarin vastgestelde Euroclasses gelden voor alle Europese landen. Echter ligt de implementatie en het vastleggen van de minimale wettelijke bouwtechnische voorschriften bij de lokale overheden. Daardoor zijn er nog steeds verschillen tussen landen. In Nederland zijn deze voorschriften vastgelegd in Bouwbesluit 2012 en de aanvullende NEN 8012, die in 2023 herzien wordt.

De NEN 8012 definieert 4 verschillende brandklasses, afhankelijk van het brandrisico. Is het brandrisico zeer hoog, dient de gebruikte kabel de classificatie B2ca - s1, d1, a1 te hebben. Bij een groot brandrisico geldt classificatie Cca - s1, d1, a1, en bij een gemiddeld brandrisico Dca – s2, d2, a3. Bij een laag brandrisico is classificatie Eca voldoende.

Wat betekent dit voor beveiligingsinstallateurs?

Of de CPR invloed heeft op uw project hangt vooral af van het type kabelinstallatie. Is de kabel niet permanent geïnstalleerd? Dan is de CPR classificatie voor u niet van toepassing. Wilt u echter permanente data kabels installeren, hoort u wel rekening te houden met de CPR.

Als de CPR wel van toepassing is, bent u als installateur niet verantwoordelijk voor het testen van kabels, de CR-markering of de prestatieverklaring (DoP). Deze verantwoordelijkheid ligt bij de fabrikant. Vervolgens is de distributeur, zoals ADI, verantwoordelijk ervoor dat alle verkochte kabels de juiste CE-markering dragen. Op basis daarvan dient u als installateur de juiste kabel te installeren volgens de NEN 8012 en achteraf aan te kunnen tonen dat de juiste brandclassificatie is toegepast in uw project.

Hierbij is het belangrijk om te weten dat, afhankelijk van de toepassing en de ligging van een kabel binnen een gebouw, verschillende classificaties van toepassing kunnen zijn. Ligt een kabel bijvoorbeeld bij een nooduitgang of vluchtroute, zijn de eisen vaak hoger. De keuze welke classificatie van toepassing is wordt vaak in de ontwerp- en planningsfase gemaakt.

close button